In 2013 berekende Alterra hoeveel damherten er in de Amsterdamse
Waterleidingduinen (AWD) kunnen leven op basis van het natuurlijk
voedselaanbod. Dit rapport staat aan de basis van het huidige beleid om in de
AWD damherten af te schieten. Op basis van het Alterra-rapport mogen er maar
800 damherten leven. De populatieomvang die in het Alterra-rapport is berekend,
is een factor 6 lager dan de in 2016 voorkomende populatieomvang. Daarentegen
is de gemiddelde graasdichtheid tot begin 2012 (aantal 3 keer groter dan het
berekende getal in het Alterra-rapport) vergelijkbaar met de graasdichtheid van
de door de beheerder ingezette grazers in delen van de AWD. De gemiddelde
graasdichtheid van de damherten is tot begin 2012 normaal tegen de achtergrond
van wat de beheerders in de AWD en elders in de duinen aan grazers inzetten.
Het Alterra-rapport is een black box en de cijfers daarin bleken niet reproduceerbaar. Het lijkt erop dat de auteurs de Veluwe als model nemen. Naast dat de Veluwe een uitgemergeld landschap is als gevolg van eeuwenlange roofbouw, zijn de dichtheden van herten op de Veluwe ook nog eens onnatuurlijk laag door de intensieve jacht. Het kopëeren van het Veluwse model naar de AWD betekent dat het afschieten van een groot deel van de damhertenpopulatie onvermijdelijk is. De vraag - hoeveel damherten er kunnen leven op basis van het natuurlijk voedselaanbod - wordt door Alterra onjuist beantwoord, want alleen de praktijk bewijst al meer dan tien jaar dat het getal van Alterra te laag is. De vraag had wellicht moeten zijn: hoe hangt de populatiegrootte van damherten samen met de populatiegroottes van andere flora en fauna in de AWD? Die vraag blijft onbeantwoord en belangrijke ecologische relaties worden niet verhelderd. Dagvlinders en bloemen gaan achteruit in de AWD - het damhert heeft het gedaan. Barbertje moet hangen.